In de vorige post hebben we veel typen apparaat profielen behandeld. Elk platform heeft een eigen lijst met profieltypen. Het proces voor het maken van apparaat profielen is vergelijkbaar voor alle profielen.
Om een Windows-apparaat profiel te maken:
- Selecteer Devices in het Microsoft Intune-beheercentrum, selecteer vervolgens Windows-platform en selecteer vervolgen sConfiguration Profiles
- Selecteer Create Profile.
- Voer de volgende eigenschappen in:
- Platform: kies welke versies van Windows u wilt opnemen.
- Profieltype: selecteer het type dat u wilt maken.
4. Selecteer Create.
Nadat je het profiel hebt gemaakt, wordt je gevraagd om de instellingen van het profiel op verschillende tabbladen te configureren.
- Basics. Een naam en beschrijving voor het profiel definiëren
- Configuration Settings. Het profieltype dat u in stap 3 hebt gedefinieerd, bepaalt welke opties hier zijn. Als u bijvoorbeeld het profiel Apparaatbeperkingen kiest, ziet u verschillende opties, zoals welke opties in het Configuratiescherm beschikbaar zijn, Microsoft Edge-configuraties of App Store beperkingen. Als u het Wi-Fi-profiel kiest, kunt u instellingen zoals SSID en EAP-instellingen configureren.
- Assignments. Het profiel kan worden toegewezen aan het volgende:
- Geselecteerde groepen
- Alle gebruikers & Alle apparaten
- Alle apparaten
- Alle gebruikers